Uitvaartdienst Paul Eelen 27 augustus 2016
Een Grote Vriendelijke Reus. Dat was ie, ongetwijfeld voor Rita, voor zijn kinderen en kleinkinderen. Maar hij was het ook voor ons, zijn Nederlandse psychologie-collega’s. Een Grote Vriendelijke Reus.
Groot, in zijn denken over de psychologie, over de leertheorie met name. Een die onvermoeibaar de principes daarvan keer op keer ook bij ons in Nederland kwam uitleggen. Die niet schroomde om Nederlandse grootheden in de gedragstherapie bij de les te houden en af en toe vriendelijk de les te lezen. Collega’s die, veel minder bescheiden dan Paul, ervoor zorgden dat hun naam op de kaft prijkte van hun boeken, maar aan Paul schatplichtig waren voor een belangrijk deel van de inhoud. Bij zijn lezingen dacht hij er misschien niet altijd aan om een passend colbertje aan te trekken en PowerPoint was aan hem niet besteed, maar hij stond er en was even gedreven als scherp. Zo erudiet …
Een vriendelijke reus ook, zo toegankelijk, zo voorkomend, zo zonder kapsones. ... Zo zeldzaam. Groot ook was zijn gevoel voor verantwoordelijkheid – ik zou zeggen: die stond als een kerkgebouw. De metafoor schiet me te binnen omdat ik aan Paul wel denk als een pastoor. Zo dienstbaar en verantwoordelijk. Voor de academie, voor zijn studenten, voor de therapeuten in opleiding. Paul, de grote vriendelijke parochieherder.
Met zijn strikt leertheoretische manier van denken is het bijzonder dat Paul ons, mijn collega klinisch psycholoog Jacques Oomen uit Venray en mij, uitnodigde om het deel: persoonlijke vorming in de Leuvense gedragstherapieopleiding te komen verzorgen. Wij waren immers ‘cognitivisten’ en dus niet helemaal zuiver in de leer. Maar we kwamen wel uit het verre Nederland en dat paste precies in Paul’s zorg om voor zijn leerlingen een veilige en onafhankelijke werksfeer te scheppen. Zo zorgzaam! Wij kwamen – hij zag dat het goed was en daarna werkten we, in de loop van zo’n 15 jaar, enkele tientallen weekenden samen. En Paul was er elk weekend bij! Inhoudelijk bemoeide hij zich er niet mee – wees er ons wel minzaam op dat we niet zo moesten opkijken van het autoritaire klimaat in veel Belgische gezinnen, dat het niet gek is dat studenten elk weekend van kot zijn en dat moeder zich intensief bemoeit met huwelijk, woonlocatie en de opvoeding van de kleinkinderen. Maar bij deze gemoedelijke toelichting bleef het dan ook.
Nee, Paul gebruikte de weekenden voor iets anders, namelijk om zijn opleidingen én ons in de watten te leggen. De eerste keer in het betreffende vormingscentrum (ik zal nooit het lawaai
vergeten dat de Bond van Grote Gezinnen kon maken in het zaaltje naast ons!) was culinair geen succes. Dat kon Paul niet op zich laten zitten, hij zou die polderlanders wel eens wat laten zien! En zo toog hij zelf aan het werk, stouwde de bestelwagen vol heerlijke ingrediënten en kokkerelde een, nee twée of meer fantastische maaltijden bij elkaar voor zo’n twintig of meer mensen !! Ok, een enkele keer kreeg ie hulp van Rita, er gingen tijdens de bereiding de nodige pintjes in, maar dan stond er ook wat! Goed, hij vergat wel eens het vuur onder de frietpan uit te draaien, of dat de slabak van plastic niet op het fornuis kon, maar het opgediende stond op culinaire hoogte!
Om daarna, tot schande misschien van sommige leerlingen, de hele zaak ook nog zelf weer af te wassen en aan kant te ruimen. Kom er es om … zo’n professor, zo’n opleider! Paul, de grote vriendelijke Verzorger.
Paul genoot ervan, van het zorgen voor, het betrokken zijn bij, van het kunnen overzien van. ‘s Avonds, natuurlijk weer bij een pintje, discussieerden we gedrieën. Over het vak, over onze persoonlijke besognes en we deelden onze successen en teleurstellingen. En we lachten.
Paul, de grote vriendelijke, váderlijke Reus.
Dank, Paul.
Rust in Vrede.
Gerard M. Schippers
Em. hoogleraar Verslavingsgedrag en zorgevaluatie
Universiteit van Amsterdam
gschippers@xs4all.nl
Een Grote Vriendelijke Reus. Dat was ie, ongetwijfeld voor Rita, voor zijn kinderen en kleinkinderen. Maar hij was het ook voor ons, zijn Nederlandse psychologie-collega’s. Een Grote Vriendelijke Reus.
Groot, in zijn denken over de psychologie, over de leertheorie met name. Een die onvermoeibaar de principes daarvan keer op keer ook bij ons in Nederland kwam uitleggen. Die niet schroomde om Nederlandse grootheden in de gedragstherapie bij de les te houden en af en toe vriendelijk de les te lezen. Collega’s die, veel minder bescheiden dan Paul, ervoor zorgden dat hun naam op de kaft prijkte van hun boeken, maar aan Paul schatplichtig waren voor een belangrijk deel van de inhoud. Bij zijn lezingen dacht hij er misschien niet altijd aan om een passend colbertje aan te trekken en PowerPoint was aan hem niet besteed, maar hij stond er en was even gedreven als scherp. Zo erudiet …
Een vriendelijke reus ook, zo toegankelijk, zo voorkomend, zo zonder kapsones. ... Zo zeldzaam. Groot ook was zijn gevoel voor verantwoordelijkheid – ik zou zeggen: die stond als een kerkgebouw. De metafoor schiet me te binnen omdat ik aan Paul wel denk als een pastoor. Zo dienstbaar en verantwoordelijk. Voor de academie, voor zijn studenten, voor de therapeuten in opleiding. Paul, de grote vriendelijke parochieherder.
Met zijn strikt leertheoretische manier van denken is het bijzonder dat Paul ons, mijn collega klinisch psycholoog Jacques Oomen uit Venray en mij, uitnodigde om het deel: persoonlijke vorming in de Leuvense gedragstherapieopleiding te komen verzorgen. Wij waren immers ‘cognitivisten’ en dus niet helemaal zuiver in de leer. Maar we kwamen wel uit het verre Nederland en dat paste precies in Paul’s zorg om voor zijn leerlingen een veilige en onafhankelijke werksfeer te scheppen. Zo zorgzaam! Wij kwamen – hij zag dat het goed was en daarna werkten we, in de loop van zo’n 15 jaar, enkele tientallen weekenden samen. En Paul was er elk weekend bij! Inhoudelijk bemoeide hij zich er niet mee – wees er ons wel minzaam op dat we niet zo moesten opkijken van het autoritaire klimaat in veel Belgische gezinnen, dat het niet gek is dat studenten elk weekend van kot zijn en dat moeder zich intensief bemoeit met huwelijk, woonlocatie en de opvoeding van de kleinkinderen. Maar bij deze gemoedelijke toelichting bleef het dan ook.
Nee, Paul gebruikte de weekenden voor iets anders, namelijk om zijn opleidingen én ons in de watten te leggen. De eerste keer in het betreffende vormingscentrum (ik zal nooit het lawaai
vergeten dat de Bond van Grote Gezinnen kon maken in het zaaltje naast ons!) was culinair geen succes. Dat kon Paul niet op zich laten zitten, hij zou die polderlanders wel eens wat laten zien! En zo toog hij zelf aan het werk, stouwde de bestelwagen vol heerlijke ingrediënten en kokkerelde een, nee twée of meer fantastische maaltijden bij elkaar voor zo’n twintig of meer mensen !! Ok, een enkele keer kreeg ie hulp van Rita, er gingen tijdens de bereiding de nodige pintjes in, maar dan stond er ook wat! Goed, hij vergat wel eens het vuur onder de frietpan uit te draaien, of dat de slabak van plastic niet op het fornuis kon, maar het opgediende stond op culinaire hoogte!
Om daarna, tot schande misschien van sommige leerlingen, de hele zaak ook nog zelf weer af te wassen en aan kant te ruimen. Kom er es om … zo’n professor, zo’n opleider! Paul, de grote vriendelijke Verzorger.
Paul genoot ervan, van het zorgen voor, het betrokken zijn bij, van het kunnen overzien van. ‘s Avonds, natuurlijk weer bij een pintje, discussieerden we gedrieën. Over het vak, over onze persoonlijke besognes en we deelden onze successen en teleurstellingen. En we lachten.
Paul, de grote vriendelijke, váderlijke Reus.
Dank, Paul.
Rust in Vrede.
Gerard M. Schippers
Em. hoogleraar Verslavingsgedrag en zorgevaluatie
Universiteit van Amsterdam
gschippers@xs4all.nl