Antwerpen
27 augustus 2016
Het komt niet vaak voor dat mensen levenslange vrienden hebben. Marielle, mijn vrouw, en ik hebben de eer om levenslang bevriend te zijn met Paul Eelen en natuurlijk ook met zijn vrouw Rita.
Het begon in de zomer van 1964. Paul kwam als jonge aalmoezenier het scoutslokaal van de Parsifal groep van Wijnegem in wandelen. Hij kwam kennismaken met de jonge groepsleider die ik toen was. Om een vreselijke moderne uitdrukking te gebruiken: het klikte meteen tussen ons. Het is 52 jaar blijven klikken. We trokken samen naar Leuven. Paul zette zijn studies catechese verder aan de Leuvense Universiteit. Ik begon aan dezelfde Alma Mater de eerste kandidatuur Wiskunde. Paul zat in het Geestje, of om het eerbiediger te zeggen het Heilig Geest College in de Naamsestraat. Ik zat op kot, ook in de Naamsestraat. Al snel kende ik de sluipgangen van het Geestje beter dan die van mijn eigen kot. We deden veel samen. Paul was de gelukkige bezitter van een grote bandrecorder, met grote wielen en lange tapes die voortdurend in een knoop lagen. Uren hebben we naar “de trompetten” geluisterd. Daarmee bedoelden we de muziek van Händel. Maar naast Händel was er natuurlijk ook Bach. Paul heeft mij klassieke muziek leren kennen, hij zou mij nog veel meer leren kennen.
Paul had ook een auto. Dat was fantastisch. Als leiders van de Wijnegemse scouts reden we vaak heen en weer tussen Leuven en Wijnegem voor besprekingen met andere leiders, overleg met het oudercomité en natuurlijk ook bezoekjes aan vrienden, vriendinnen en verloofden. Onze ouders wisten natuurlijk van niets, dat leverde soms problemen op voor de kilometerteller van de auto. Tijdens die ritten hebben we als jonge mannen de wereld herhaaldelijk besproken en vele malen veranderd, maar we hadden het ook over onze eigen onzekerheden: doen we wel de juiste dingen met ons leven? Een mooie tijd.
Na een jaartje trok Paul op vraag van het Bisdom naar Straatsburg. Ik voelde snel dat er iets veranderde. Hij kwam vaak terug, een lange rit uit Straatsburg. We zaten dan vaak samen, maar we praatten weinig. Tot plots, alles duidelijk werd. Voortaan zou onze vriendschap uit twee koppels bestaan: Paul met Rita en Marielle en ik. Voor familie en kennissen was het even moeilijk maar Paul kwam open voor zijn keuze uit en ging het debat niet uit de weg. Dat is hij later in andere omstandigheden ook blijven doen. Het was even chaotisch, maar door zijn terugkeer naar Leuven, begon vanaf dan ook een mooi studentenleven. We hebben dat leven samen afgerond in een huisje in Bertem. In het plaatselijke volkscafé leerden ze snel de twee studenten kennen die op de poef dronken. Na het weekend losten we de schulden van de vorige week af en begonnen we opnieuw. Zelfs bij het benzinestation en bij de bakker konden we op krediet kopen.
Als de studententijd voorbij was werd Paul gedragswetenschapper en hij koos onmiddellijk voor een wetenschappelijke aanpak. Ik studeerde af als theoretisch natuurkundige en begon aan economie. Zo bleven we samen in Leuven. Het woord samen is het kernwoord geworden van een groot deel van ons leven. Marielle en ik huwden. Snel daarna huwden Rita en Paul. Wij hadden 3 kinderen, zij hadden er ook 3 met ongeveer dezelfde leeftijd. Samen gingen we in Linden wonen. Samen gingen we op vakantie, naar zee, maar ook naar Spanje. Samen trokken onze kinderen naar school. Eén van mijn kinderen hoopte zelfs dat Paul haar vader werd, omdat ik zo vaak afwezig was. We kwamen elkaar ook tegen in Amerika, in Philadelphia waar Paul bij Seligman zat en in Boston waar ik zat. Paul en ik werden elk hoogleraar aan de universiteit, maar dat was niet samen. We misten elkaars feesten en vieringen tot recent niet. Van in het begin waren we zo ook nauw betrokken bij de families. Paul kende mijn familie, ik kende zijn familie. We kenden ook de families van de vrouwen. Het was echt een vorm van Living Apart Together.
Natuurlijk vermindert dat over de jaren. Onze werelden werden anders. De kinderen gingen hun eigen gang. Het “samen” werd minder, maar de vlam doofde niet uit. Internet en GSM namen meer en meer de rol over. Telkens als we elkaar zagen voelden we dat het nog als vroeger was. Als we elkaar gemist hadden zoals nu twee weken geleden op 15 augustus dan waren we er het hart van in en hoopten we dat er snel een nieuwe ontmoeting zou zijn. Dit keer was het te laat. Onze laatste kans om Paul te zien in Linden hebben we twee weken geleden gemist.
Wie was Paul? Paul kreeg het de laatste jaren moeilijk, de toptennisser, zwemmer, zonneklopper, top chef en eindeloze klusser verloor kracht en energie en moest geholpen worden. Maar Paul is nooit echt oud geworden. Hij bleef een jonge snaak, weliswaar op leeftijd. Hij behield zijn open vizier, zijn nieuwsgierigheid, zijn onschuld, zijn lach, zijn oprechtheid, zijn bescheidenheid, en vooral zijn generositeit. In zijn persoonlijk leven telde Paul de eenheden vriendschap niet, hij gaf en deelde, zette de kraan van de vriendschap voor de familie en voor derden onbeperkt open. Voor Paul kon alles, moest alles kunnen en mocht alles, niets was een probleem maar hij ging er wel vanuit dat zijn familie, vrienden en kennissen daar beter van werden. Hij hield niet van pochen en niet van baas Gansendonck. Hij haatte profiteurs! Paul had charme, maar was geen charmeur.
Van Paul onthoud ik vooral dat hij meningen had. Niet over alles, maar wel over vele dingen, wat er gebeurde in onze en zijn kleine wereld en in de grote wereld, liet hem niet onverschillig, hij kon daarover een scherp standpunt ventileren. Soms kwam dat hard over, nooit was het kwaad bedoeld. Paul heeft zocht de publiciteit met zijn standpunten niet, hij schreef geen columns of stuurde geen stukken naar kranten. Hij ging niet op publieke barricaden staan. Hij was geen tafelspringer. Paul gaf wel zijn mening aan de betrokkenen zelf. Hij aarzelde niet aan verantwoordelijken of bestuurders te zeggen wat hij dacht. Dat was zijn grote kracht. Hij had de moed om zijn mening te laten horen waar ze moest gehoord worden, dat is een moed die velen niet hebben. Het heeft hem ook wat problemen opgeleverd. Maar Paul verdedigde altijd zijn mensen, zijn ideeën en zijn manier van werken. Daarbij viel hij niet terug op een ideologie, hij steunde op zijn eigen onafhankelijke inzichten. In die zin zou ik hem een non-conformist durven noemen. Iemand die niet meedoet aan wat iedereen doet, iemand die streeft naar een zelfstandige levenshouding, zonder daar groot misbaar over te maken. Hij liep niet te koop met zijn publicaties of wetenschappelijke successen. Paul was Paul! Paul durfde Paul te zijn, zichzelf te zijn. Altijd en overal. Daarom kon hij ook genereus zijn, want voor hem gold alleen dat wat juist en terecht was, geen compromissen, geen handel: jij zoveel en ik zoveel. Daarom heb ik zoveel van Paul geleerd. Bij Paul kon je jezelf zijn en vrij denken. Daarom kon het voor buitenstaanders soms lijken alsof wij ruzie hadden over een onderwerp, maar dat was niet zo! Samen met Paul kon je nadenken. Omdat Paul non-conformist was, was hij ook oprecht. Daarom wilden mensen ook graag en veel bij hem zijn. Paul was echt, authentiek, niet fake.
Ik heb nu als levenslange vriend van Paul gesproken, ik wil ook iets zeggen over de universiteit. Als voorzitter van de KU Leuven wil ik Paul bedanken voor wat hij jarenlang gedaan heeft voor de ontwikkeling van de fundamenten van de gedragstherapie aan de Leuvense universiteit en in Vlaanderen. Hij heeft het wetenschappelijk onderzoek in de gedragstherapie mee op gang getrokken door zijn zorgvuldige analyses en, opnieuw, zijn niet-conformistische manier van denken. Hij was een echte leermeester voor zijn studenten, doctoraatsstudenten en postdocs. Zij gingen bij hem altijd voor. Jarenlang heeft hij ook in Kortrijk lesgegeven. Hij heeft zich echt voor de universiteit, de studenten, de doctoraatstudenten, de kennisontwikkeling en voor een betere maatschappij gegeven. Ik wil hem daar nu, en veel te laat, als voorzitter van de universiteit oprecht voor danken.
In 1965 toen we enkele maanden aan de universiteit waren, schreef Paul een opdracht in een boekje dat hij mij gaf. Het is geen eenvoudige tekst, maar dat zegt ook al veel. Ik wil hem hier citeren. “Hier zijn wegen die voor ons open liggen. Wat we er zullen van maken zal wellicht afhangen van de trouw aan iets wat we als waarde ontdekt hebben.” Beste vriend Paul, jij hebt alvast iets van je leven gemaakt door je non-conformistisch vast te houden aan wat je dacht het beste te zijn voor jouw Rita, je kinderen, schoonkinderen en kleinkinderen, waar je zoveel van hield, en voor je studenten en vrienden. We zullen, ik zal, je nooit vergeten.
Herman Daems
27 augustus 2016
Het komt niet vaak voor dat mensen levenslange vrienden hebben. Marielle, mijn vrouw, en ik hebben de eer om levenslang bevriend te zijn met Paul Eelen en natuurlijk ook met zijn vrouw Rita.
Het begon in de zomer van 1964. Paul kwam als jonge aalmoezenier het scoutslokaal van de Parsifal groep van Wijnegem in wandelen. Hij kwam kennismaken met de jonge groepsleider die ik toen was. Om een vreselijke moderne uitdrukking te gebruiken: het klikte meteen tussen ons. Het is 52 jaar blijven klikken. We trokken samen naar Leuven. Paul zette zijn studies catechese verder aan de Leuvense Universiteit. Ik begon aan dezelfde Alma Mater de eerste kandidatuur Wiskunde. Paul zat in het Geestje, of om het eerbiediger te zeggen het Heilig Geest College in de Naamsestraat. Ik zat op kot, ook in de Naamsestraat. Al snel kende ik de sluipgangen van het Geestje beter dan die van mijn eigen kot. We deden veel samen. Paul was de gelukkige bezitter van een grote bandrecorder, met grote wielen en lange tapes die voortdurend in een knoop lagen. Uren hebben we naar “de trompetten” geluisterd. Daarmee bedoelden we de muziek van Händel. Maar naast Händel was er natuurlijk ook Bach. Paul heeft mij klassieke muziek leren kennen, hij zou mij nog veel meer leren kennen.
Paul had ook een auto. Dat was fantastisch. Als leiders van de Wijnegemse scouts reden we vaak heen en weer tussen Leuven en Wijnegem voor besprekingen met andere leiders, overleg met het oudercomité en natuurlijk ook bezoekjes aan vrienden, vriendinnen en verloofden. Onze ouders wisten natuurlijk van niets, dat leverde soms problemen op voor de kilometerteller van de auto. Tijdens die ritten hebben we als jonge mannen de wereld herhaaldelijk besproken en vele malen veranderd, maar we hadden het ook over onze eigen onzekerheden: doen we wel de juiste dingen met ons leven? Een mooie tijd.
Na een jaartje trok Paul op vraag van het Bisdom naar Straatsburg. Ik voelde snel dat er iets veranderde. Hij kwam vaak terug, een lange rit uit Straatsburg. We zaten dan vaak samen, maar we praatten weinig. Tot plots, alles duidelijk werd. Voortaan zou onze vriendschap uit twee koppels bestaan: Paul met Rita en Marielle en ik. Voor familie en kennissen was het even moeilijk maar Paul kwam open voor zijn keuze uit en ging het debat niet uit de weg. Dat is hij later in andere omstandigheden ook blijven doen. Het was even chaotisch, maar door zijn terugkeer naar Leuven, begon vanaf dan ook een mooi studentenleven. We hebben dat leven samen afgerond in een huisje in Bertem. In het plaatselijke volkscafé leerden ze snel de twee studenten kennen die op de poef dronken. Na het weekend losten we de schulden van de vorige week af en begonnen we opnieuw. Zelfs bij het benzinestation en bij de bakker konden we op krediet kopen.
Als de studententijd voorbij was werd Paul gedragswetenschapper en hij koos onmiddellijk voor een wetenschappelijke aanpak. Ik studeerde af als theoretisch natuurkundige en begon aan economie. Zo bleven we samen in Leuven. Het woord samen is het kernwoord geworden van een groot deel van ons leven. Marielle en ik huwden. Snel daarna huwden Rita en Paul. Wij hadden 3 kinderen, zij hadden er ook 3 met ongeveer dezelfde leeftijd. Samen gingen we in Linden wonen. Samen gingen we op vakantie, naar zee, maar ook naar Spanje. Samen trokken onze kinderen naar school. Eén van mijn kinderen hoopte zelfs dat Paul haar vader werd, omdat ik zo vaak afwezig was. We kwamen elkaar ook tegen in Amerika, in Philadelphia waar Paul bij Seligman zat en in Boston waar ik zat. Paul en ik werden elk hoogleraar aan de universiteit, maar dat was niet samen. We misten elkaars feesten en vieringen tot recent niet. Van in het begin waren we zo ook nauw betrokken bij de families. Paul kende mijn familie, ik kende zijn familie. We kenden ook de families van de vrouwen. Het was echt een vorm van Living Apart Together.
Natuurlijk vermindert dat over de jaren. Onze werelden werden anders. De kinderen gingen hun eigen gang. Het “samen” werd minder, maar de vlam doofde niet uit. Internet en GSM namen meer en meer de rol over. Telkens als we elkaar zagen voelden we dat het nog als vroeger was. Als we elkaar gemist hadden zoals nu twee weken geleden op 15 augustus dan waren we er het hart van in en hoopten we dat er snel een nieuwe ontmoeting zou zijn. Dit keer was het te laat. Onze laatste kans om Paul te zien in Linden hebben we twee weken geleden gemist.
Wie was Paul? Paul kreeg het de laatste jaren moeilijk, de toptennisser, zwemmer, zonneklopper, top chef en eindeloze klusser verloor kracht en energie en moest geholpen worden. Maar Paul is nooit echt oud geworden. Hij bleef een jonge snaak, weliswaar op leeftijd. Hij behield zijn open vizier, zijn nieuwsgierigheid, zijn onschuld, zijn lach, zijn oprechtheid, zijn bescheidenheid, en vooral zijn generositeit. In zijn persoonlijk leven telde Paul de eenheden vriendschap niet, hij gaf en deelde, zette de kraan van de vriendschap voor de familie en voor derden onbeperkt open. Voor Paul kon alles, moest alles kunnen en mocht alles, niets was een probleem maar hij ging er wel vanuit dat zijn familie, vrienden en kennissen daar beter van werden. Hij hield niet van pochen en niet van baas Gansendonck. Hij haatte profiteurs! Paul had charme, maar was geen charmeur.
Van Paul onthoud ik vooral dat hij meningen had. Niet over alles, maar wel over vele dingen, wat er gebeurde in onze en zijn kleine wereld en in de grote wereld, liet hem niet onverschillig, hij kon daarover een scherp standpunt ventileren. Soms kwam dat hard over, nooit was het kwaad bedoeld. Paul heeft zocht de publiciteit met zijn standpunten niet, hij schreef geen columns of stuurde geen stukken naar kranten. Hij ging niet op publieke barricaden staan. Hij was geen tafelspringer. Paul gaf wel zijn mening aan de betrokkenen zelf. Hij aarzelde niet aan verantwoordelijken of bestuurders te zeggen wat hij dacht. Dat was zijn grote kracht. Hij had de moed om zijn mening te laten horen waar ze moest gehoord worden, dat is een moed die velen niet hebben. Het heeft hem ook wat problemen opgeleverd. Maar Paul verdedigde altijd zijn mensen, zijn ideeën en zijn manier van werken. Daarbij viel hij niet terug op een ideologie, hij steunde op zijn eigen onafhankelijke inzichten. In die zin zou ik hem een non-conformist durven noemen. Iemand die niet meedoet aan wat iedereen doet, iemand die streeft naar een zelfstandige levenshouding, zonder daar groot misbaar over te maken. Hij liep niet te koop met zijn publicaties of wetenschappelijke successen. Paul was Paul! Paul durfde Paul te zijn, zichzelf te zijn. Altijd en overal. Daarom kon hij ook genereus zijn, want voor hem gold alleen dat wat juist en terecht was, geen compromissen, geen handel: jij zoveel en ik zoveel. Daarom heb ik zoveel van Paul geleerd. Bij Paul kon je jezelf zijn en vrij denken. Daarom kon het voor buitenstaanders soms lijken alsof wij ruzie hadden over een onderwerp, maar dat was niet zo! Samen met Paul kon je nadenken. Omdat Paul non-conformist was, was hij ook oprecht. Daarom wilden mensen ook graag en veel bij hem zijn. Paul was echt, authentiek, niet fake.
Ik heb nu als levenslange vriend van Paul gesproken, ik wil ook iets zeggen over de universiteit. Als voorzitter van de KU Leuven wil ik Paul bedanken voor wat hij jarenlang gedaan heeft voor de ontwikkeling van de fundamenten van de gedragstherapie aan de Leuvense universiteit en in Vlaanderen. Hij heeft het wetenschappelijk onderzoek in de gedragstherapie mee op gang getrokken door zijn zorgvuldige analyses en, opnieuw, zijn niet-conformistische manier van denken. Hij was een echte leermeester voor zijn studenten, doctoraatsstudenten en postdocs. Zij gingen bij hem altijd voor. Jarenlang heeft hij ook in Kortrijk lesgegeven. Hij heeft zich echt voor de universiteit, de studenten, de doctoraatstudenten, de kennisontwikkeling en voor een betere maatschappij gegeven. Ik wil hem daar nu, en veel te laat, als voorzitter van de universiteit oprecht voor danken.
In 1965 toen we enkele maanden aan de universiteit waren, schreef Paul een opdracht in een boekje dat hij mij gaf. Het is geen eenvoudige tekst, maar dat zegt ook al veel. Ik wil hem hier citeren. “Hier zijn wegen die voor ons open liggen. Wat we er zullen van maken zal wellicht afhangen van de trouw aan iets wat we als waarde ontdekt hebben.” Beste vriend Paul, jij hebt alvast iets van je leven gemaakt door je non-conformistisch vast te houden aan wat je dacht het beste te zijn voor jouw Rita, je kinderen, schoonkinderen en kleinkinderen, waar je zoveel van hield, en voor je studenten en vrienden. We zullen, ik zal, je nooit vergeten.
Herman Daems